Topsport op de oude leest (Het Parool)
Auteur: Robert-Jan Friele
Bron: Het Parool, dinsdag 8 april 2008
Jolijn (26) en Thijs (24) van Valkengoed verbaasden vriend en vijand door zich tijdens de EK zwemmen te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Het tweetal traint voornamelijk in hun woonplaats Lelystad, ver verwijderd van de nationale trainingscentra en hun professionele begeleiding.
Twee uur per dag hebben ze het water voor zich alleen. Of beter gezegd: twee uur per nacht, want de eerste training van Jolijn en Thijs van Valkengoed is van vijf tot zeven. Tijdens de middagtraining, van kwart voor drie tot kwart voor vier, liggen broer en zus samen met gezette vrouwen op leeftijd in het 25-meterbad. De laatsten proberen zich in de banen één tot en met vijf vooruit te bewegen, de ‘Van Valkengoedjes’ werken in baan zes soepel hun programma van die dag af.
De ironie van de situatie waarin ze zich bevinden, is groot. Nu de Nederlandse topzwemmers eindelijk over de faciliteiten beschikken waar ze zo lang om smeekten, hebben Jolijn en Thijs van Valkengoed er juist voor gekozen hun sport te bedrijven op de manier die jarenlang beklaagd werd: ze trainen op onmogelijke tijdstippen, soms buiten de eigen woonplaats (in Amersfoort, dat een 50-meterbad heeft) en zelden onder begeleiding van een coach, zodat ze elkaar aanwijzingen dienen te geven.
Ze weten allebei hoe het andere plaatje eruit ziet. Jolijn trainde van 2004 tot 2007 in het nationale trainingscentrum te Amsterdam, Thijs van 2001 tot 2006. Ze woonden vlakbij het Sloterparkbad, werkten alle trainingen af onder toeziend oog van een coach, konden er hun krachttrainingen doen en hoefden verder nergens naar om te kijken.
Jolijn: “Vergeleken met de trainingscentra is onze situatie niet ideaal, maar als je erin gelooft en ervoor gaat, kan het.” Thijs: “Het is niet zo dat de andere infrastructuur slecht is, of dat wat wij doen slecht is. Het is allebei goed en kan allebei resultaten opleveren.”
De keuze terug te gaan naar het ouderlijk huis in Lelystad, kwam vorig jaar. Drie jaar Amsterdam had Jolijn van Valkengoed vooral een schuld van duizenden euro’s bij de Informatie Beheer Groep opgeleverd. Haar broer had in 2003 een succesvol seizoen, maar raakte daarna volkomen overtraind. De scepsis in de zwemwereld was daarom groot toen de twee in februari 2007 ‘voor zichzelf’ begonnen, met Mark Faber als coach op afstand. Thijs: “Als iemand toen had gezegd dat één van ons naar de Spelen zou gaan, was dat voor lastig of zelfs onmogelijk gehouden. En nu gaan we allebei.”
Tijdens de EK in Eindhoven plaatsten ze zich voor Peking. Jolijn voldeed met haar 1.10,27 minuten op de 100 school aan de estafettelimiet. Thijs zwom op dezelfde afstand zijn Nederlandse record uit 2003 uit de boeken en plaatste zich met 1.01,22 ook individueel.
Ook Robin van Aggele (100 vlinder) bewees zonder trainingscentrum te kunnen door zich op de EK te kwalificeren voor Peking. Hij traint grotendeels in Amersfoort en wordt begeleid door Fedor Hes.
De prestaties van het drietal zetten de faciliteiten bij de twee zo bejubelde nationale zwemcentra in perspectief. Of zouden de zwemmers daar nog beter presteren? Hes: “Dat is een mooie veronderstelling. Ik weet het niet. Misschien vinden wij trainers onszelf wel te belangrijk.”
Coach Mark Faber: “De structuren die zijn gelegd, zijn zonder meer goed. Maar je moet er wel in passen. Als dat niet zo is, kan het ook anders.” Thijs van Valkengoed: “Het uiteindelijke resultaat wordt door de sporter zelf bepaald. Als je plezier hebt en je bent gedreven, kom je tot de beste prestatie.”
Toch is de hulp van een coach wel essentieel, betogen broer en zus. Faber schrijft de programma’s, bekijkt de videobeelden die ze soms maken tijdens de trainingen en staat twee tot drie keer per week zelf langs de badrand. Het is vergelijkbaar met wat Hes doet bij Van Aggele. Thijs: “Een trainer is belangrijk voor feedback.” Jolijn: “Als Thijs het zegt, geloof ik hem best. Maar als Mark het zegt, heeft het meer waarde.”
Na de WK kortebaan, deze week in Manchester, begint hun olympische voorbereiding. Wat ze na Peking doen, weten broer en zus nog niet. Ze sluiten een terugkeer naar een trainingscentrum niet op voorhand uit. Aan de andere kant bevalt hun huidige situatie prima – op het aanvangstijdstip van de ochtendtrainingen na.
Op donderdag 3 april hadden wij een interview voor Het Parool. Dit stuk is op de website te vinden. In de krant heeft daarbij ook een leuke foto gestaan en vandaar dat wij deze ook op de website willen zetten.
De foto is gemaakt door Karoly Effenberger. Hij is onder meer winnaar van de Zilveren Camera 2005 in de categorie Sport. Ook van ons heeft hij een bijzondere foto gemaakt. Beelden zeggen meer dan duizend woorden, dus we hoeven geen uitleg te geven bij de foto. In ieder geval was het erg leuk om heel even samen te werken met Karoly Effenberger. Voor meer informatie over deze fotograaf kunt u naar z’n website gaan:
www.karolyeffenberger.com